Bij het gebruik van een waterontharder worden calcium- en magnesiumionen vervangen door natriumionen, waardoor het natriumgehalte in het drinkwater iets toeneemt. De hoeveelheid natrium die wordt toegevoegd hangt af van de hardheid van het water: per graad Duitse hardheid (dH) vermindering wordt ongeveer 8,5 milligram natrium per liter toegevoegd. Bijvoorbeeld, bij water met een hardheid van 10 dH dat volledig onthard is, wordt er circa 85 milligram natrium per liter toegevoegd (Drinkwaterplatform).
Volgens het Nederlandse Drinkwaterbesluit mag het natriumgehalte in drinkwater maximaal 150 milligram per liter bedragen. In de meeste gevallen blijft het natriumgehalte in onthard water ruim onder deze grens, waardoor het veilig is voor consumptie door de meeste mensen. De lichte toename in natrium vormt voor gezonde individuen geen gezondheidsrisico, aangezien het grootste deel van de natriuminname uit voeding komt, en niet uit water (Gezondheidsraad).
Voor mensen die een natriumarm dieet volgen of specifieke gezondheidsproblemen hebben, zoals hoge bloeddruk of nierproblemen, kan het echter verstandig zijn om deze extra natriuminname in overweging te nemen. Het kan in dat geval raadzaam zijn om regulier kraanwater te drinken of water te gebruiken dat niet door de ontharder is gegaan (Voedingscentrum).
Kortom, hoewel onthard water een iets hoger natriumgehalte heeft, blijft dit voor de meeste mensen binnen veilige grenzen en vormt het geen bedreiging voor de gezondheid. Mensen met specifieke gezondheidsbehoeften kunnen het beste advies vragen aan hun arts of diëtist.